blad

het laatste blad

van mijn agenda -

ik blader terug 

top

 in de top

van de boom schittert

een ekster

vorst

eerste vorst

de laatste kleuren

geven het op 

bomen

bladloze bomen

openen polder

na polder 

gevallen

de blaadjes gevallen

de takken gesnoeid -

verdwaalde vogels 

oostenwind

oostenwind

de laatste blaadjes

beven

herfst

boswandeling

aan mijn schoenzolen

kleeft de herfst

doorkijkjes

vallende blaadjes

doorkijkjes

naar het licht

reiger

de reiger

roerloos staat hij

op zijn spiegelbeeld 

zomers

zomerse dagen

maar onder mijn voeten

kraakt de herfst 

bomen

tussen rode bomen

een groene die de zomer

vast wil houden

spreeuwen

van hot naar her

de spreeuwen 

richtingloos als ik

tuin

de tuin 

bezaaid met bladeren

de boom vol leegte

boek

het oude boek

dat ik herlees -

weer helemaal nieuw

lucht

de lucht is nog licht

maar in de bomen

is het al nacht 

foto's

de foto's

waarop wij elkaar

niet meer herkennen 

tuin

tuinbericht

het eerste goud

in de kastanje 

bedje

een bedje

van donsveren

op het kroos

onweer

 na het zware onweer

babbelen ze nog lang na

de bomen

duif

wat me bijbleef

van het verre land: een duif

die at uit mijn hand

Compliment (haibun)

 Compliment

Op weg naar het winkelcentrum om een bloes te kopen: de nieuwste in mijn kast is al jaren oud. Die, wat buiten model en vervaagd, draag ik nu. Op het metrostation stapt een oude vrouw -ongeveer mijn leeftijd- naar me toe met de woorden: "Wat een prachtige bloes draagt u. Echt heel mooi." Vergezeld van een lieve glimlach. Voor ik iets terugzeg, kijk ik gauw achter me. Daar staat niemand.

hij showt zijn auto

prachtig zegt ze

geeuwend

sneeuwwit (tanka)

sneeuwwitte vleugels 

onder het bruine kleed

van de jonge zwaan

veertjes plukkend werkt hij

aan zijn toekomstbeeld

storm

zomerstorm

luisteren naar de ziel

van de boom

bomen

de bomen

houden hun adem in

tot de eerste druppel

groet

een vluchtige groet

rakelings langs mijn gezicht

een vleermuisje 

slakken

de naaktslakken

ook zij vieren het feest

van de regen 

hitte

hitte

laag over de rivier

de ganzen

hitteplan

 hitteplan

tussen dicht gebladerte

de glimp van een duif

vergeeld

vergeeld gras

oorverdovend gekwetter

bij het vogelbad

nevel

ochtendnevel

het ontwerp 

van een koe 

lucht

trillende lucht

de wijdopen snavels

van kraaien

boek

het boek is uit

er is iets veranderd

in mijn uitzicht

ademloos

ademloos kijken

naar de worteltjes

van een grasspriet

zomer

zomer

mijn handen vol

kersenbloed

dicht

dicht gebladerte -

vogels verdwijnen

in een levende muur

water

aan de waterkant -

wolken  en zwanen

varen voorbij

gras

de grashalm die ik

wou plukken klampte zich vast

aan haar wortels

hoop (haibun)

Hoop

Heel veel molshopen in de tuin dit jaar. Bijna elke dag komen er meer en ze worden ook steeds groter. Zou dat werkelijk het werk zijn van één mol? 's Nachts komen katten wel eens zo'n bergje aarde uitgraven, maar de mol is er dan nog steeds, want er komen gewoon nieuwe hopen bij. Soms zie ik een stukje grasgrond bewegen, maar de mol zelf, inmiddels een mythisch wezen, heb ik nog niet ontmoet....

in het bos

hoop ik een hert te zien

een zeehond in de zee

in de tuin een egel

maar het liefst een mol 

duif

vroeg in de morgen

koert een duif

mijn kindertijd wakker

eindelijk

eindelijk regen

in de tuinstoel 

baddert een mus

kort

kort na de plensbui

is de tuin alweer droog -

maar die geur!

stilte (tanka)

deze stilte

wachten op de regen

die maar niet komt

wachten op je tranen

die je veel te lang inhoudt

groen

de ochtendzon

door jong gebladerte 

groen licht

schaduw

in de schaduw

van de boom verdwijnt 

die van mij 

tijd

na al die tijd

vind ik op zolder

nog een nageltje

grijs

een grijze ochtend

de madeliefjes

slapen uit

nest

het merelnest -

terwijl ik katten verjaag

vindt een ekster het

hemel

een hemel

op aarde

bloesemwolken

gras

in het gras

de stralende gezichtjes

van paardebloemen 

lezen

lezen in de tuin

tot ze komen rondspoken

vleermuisjes

boekenweek

 (boekenweek 9 t/m 18 april)

in een vergeeld boek

kom ik mezelf weer tegen -

eerste liefde

trein

lezen in de trein

polders en bladzijden

worden omgeslagen

dichtbij

haar laatste jaren

woonde ze dicht bij ons

daar woont ze nog steeds

storm

storm en regen

de duif komt kijken

waar zijn havermout blijft

gedichten van mijn zusje (1945-1967)

een gedicht is een

zwervende kristal

in het heelal

bij de hemel

aangekomen

krijgt het

heimwee

naar de aarde

------------

inspiratie

verlepte viooltjes

wekken mij "s nachts

zij zijn violet van de 

dorst

en wensen geen water

maar wijn

wanr ze willen orchideeën

worden

--------------------

tuin

in de tuin -

als ik hoest maken da kauwtjes

een sprongetje

ziek

ziek voor het raam

ik volg de kastanje

van knop tot blad

as

 haar as in die bus

misschien wel van een ander

dacht ik

bloemen

bloemenwals

de glansrol van

de narcis 

stukje..

stukje bij beetje

ontplooien  ze zich

kastanjeknoppen

gekoer

aanhoudend gekoer

eentonig en teder

als een wiegelied

meeuw

 een zilvermeeuw

verdiept het blauw

en tilt me op

hier

 hier geen luchtalarm

maar de roffel van een specht -

dat contrast!

mol

 de mol

in zijn schuilkelder -

een loerende kat

kind

het kind

half struikelend

met zijn vluchtkoffertje 

de zee

de zee kust het strand

trekt zich dan koel terug

in zichzelf 

kaal

kale bomen

openen polder

na polder

lente

 dit lentegevoel

weer het verlangen

naar vlinders van toen

mol

alweer die mol

alweer dat graven

in mezelf

stil

stilaan

komt mijn moeder tot leven

in de spiegel

storm

bij elke stormvlaag

omarmen ze elkaar

boomkruinen

drop

dropveters

zuurstokken en borsthoning

oh kindertijd

slapeloos

 slapeloos

ver weg de roep

van ganzen

duif

 de duif komt kijken

waar zijn havermout blijft

stortregen

uitgelicht

 uitgelicht

een heuvel vol

sneeuwklokjes

deurmat

op de deurmat

in de ochtendzon

jouw brief 

raam

keukenraam

het gedicht

van een spin 

zon

 de zon komt op

de zon gaat onder

die zekerheid!

mist

 de mist trekt op

gegakker krijgt weer

vleugels

scheiding

scheiding

een winterlandschap

in zijn ogen

slapeloos (tanka)

slapeloos

ik blijf maar denken

aan hoe het eens was -

ver weg de roep van ganzen

die huiswaarts keren

toch

toch weer verlangen

naar het verlangen

van toen