Stil
"Heb jij haar vannacht gehoord?" vragen we bij het ontbijt aan elkaar.
"Ja, ik hoorde haar een paar keer de trap afbonken."
"En ik hoorde haar trippelen over het zeil."
"Ze sprong ook een keer op bed."
"En ik hoorde haar duidelijk spinnen."
Na het ontbijt lopen we samen tot achter in de tuin, waar de, net uitgebloeide, vlinderstruik staat. Daaronder ligt ze begraven.
ochtendmist
de zon verzilvert
de stilte
"Heb jij haar vannacht gehoord?" vragen we bij het ontbijt aan elkaar.
"Ja, ik hoorde haar een paar keer de trap afbonken."
"En ik hoorde haar trippelen over het zeil."
"Ze sprong ook een keer op bed."
"En ik hoorde haar duidelijk spinnen."
Na het ontbijt lopen we samen tot achter in de tuin, waar de, net uitgebloeide, vlinderstruik staat. Daaronder ligt ze begraven.
ochtendmist
de zon verzilvert
de stilte