Koeienogen
De koeien, waar ik langs moet; eerst bang, tot ik hun grote, donker glanzende ogen zie. De boerderij, de korenvelden. En dan - knielen in het bonenveld. Aarde voelen, aarde ruiken. Tussen groen blad groene bonen plukken, zo snel mogelijk met mijn onwennige handen. Niet meer schrikken van wegrennende hooiwagens, waar ik thuis van griezel.
De stortbui, die van ver aan komt ruisen, over me heen laten gaan. Waarna ik me, doornat en modderig, nog meer verbonden voel met de aarde.
Bij de uitbetaling koop ik, met een flinke korting, een paar kilo sperziebonen. We eten ze een week lang elke dag, mijn broertjes mopperen, maar ik vind ze steeds lekkerder. Mijn moeder noemt ze prinsessenbonen.
koeienogen
dromen van
een ander leven