Hertje
Daar zit ze, rechtop in bed, zo vermagerd dat haar bruine ogen nog groter lijken dan anders. De zusters noemen haar "het vrouwtje met de Bambi-ogen".
Zodra ze me ziet, wijst ze naar het grote raam. Ik ben verrast: vanuit deze kamer heeft ze een vrij uitzicht op de Oude Maas. Een vrachtschip nadert, meerkoeten haasten zich naar het hoge riet, in de verte doemt het silhouet op van een zeilbootje.
"Mooi hè, de IJssel", zegt ze en ik realiseer me, dat ze bij die rivier is geboren, vijfennegentig jaar geleden.
in het bos
een hertenspoor volgen
tot het ophoudt